Een lastige interviewvraag op de boekpresentatie was: Waarom schrijf je over algoritmes, over cybercrime? Wil je de lezer iets meegeven? Schreef je Het CARPA Complot en Het Tango algoritme om mensen iets te leren? Nee, niet in eerste instantie, zei ik, ik wilde een spannend verhaal maken. Over cybercrime, over de algoritmes achter socialmedia-apps, dat wel.
Zit er dan toch nog steeds iets van een ‘juf’ in mij?
Vandaag herinnerde ik me ineens hoe ik vroeger vaak uit school kwam met de uitroep: ‘Wist je dat…’, en dan volgde er altijd een uiteenzetting over iets bijzonders wat ik geleerd had. En eigenlijk is dat waarom ik schrijf. Ik heb niet zozeer de behoefte een ander iets te leren, als wel mijn eigen verwondering te laten horen.
Gelukkig heb ik huisgenoten die graag naar me luisteren. Want terwijl ik dit opschrijf, realiseer ik me dat ik deze vraag vrijwel dagelijks stel, wanneer ik websites en rapporten uitpluis, op zoek naar informatie die ik in mijn nieuwe boek kan gebruiken: ‘Wist je dat…?’