2019 03 02 1403352019 05 07 143719Het begint allemaal met draden, samengevoegd tot ze een lap vormen. Er zijn verschillende manieren om die draden met elkaar te verbinden, een grof of fijn weefsel, of een breisel, zoals tricot stof. Het weven zelf kan ook op meerdere manieren. Zo heb je damast, waarin een patroon zichtbaar wordt in effen draden, of ikat, waarbij de draden voor het weven al in een patroon geverfd zijn. Er is luchtig of kostbaar kant, glanzende satijn, stevige keperkatoen. De stof kan ook allerlei kleuren hebben, effen zijn of bedrukt.

 

Bij het kleding maken leer je het al snel. De ene stof is de andere niet. Van damast kun je een duur jasje maken of een tafelkleed, maar geen onderbroek. Van tricot kun je geen spijkerbroek maken. Van canvas geen rekbare jurk. Van een stof vol balonnen maak je geen zakelijk jasje.

Zo is het ook met schrijven. Jouw stof is de basis. Een loodzware geschiedenis zal nooit een chicklit worden. Een roze en lichtblauw babystofje wordt nooit een filosofische dikke pil.

En toch…

Als je binnenkomt bij de zakelijke bespreking met jouw balonnenjasje, val je wel op.

Misschien is de dikke pil vol filosofische overpeinzingen wel gebaat bij een beetje babyblauw.

Als je goed kijkt zitten er kleurige draden in de tweedstof. Ook een verhaal is nooit helemaal rechttoe rechtaan geweven. Je kunt contrasterende stoffen gebruiken. Geef je feelgood roman eens een donker randje. Vlecht wat humor in de zwarte thriller, zoals je met wit garen een zwarte kraag kunt doorstikken.